Honderdnegenennegentig
‘Sorry, maar we hebben maar één framemaat,’ het meisje van
de receptie kijkt me met één opgetrokken wenkbrauw aan met een blik van –beslis
nu ,want ik heb nog meer te doen-
Ze ziet mijn aarzeling en komt direct in actie.
‘Wij hebben ongeveer dezelfde lengte hoor, en ik fiets er
ook op. Gewoon het zadel lager zetten.’
Als ze naast me komt staan, merk ik dat mijn zelfbeeld in
de loop der jaren verwrongen vormen heeft aangenomen. Mijn geringe lengte
blijkt mee te vallen, en we slaken beiden een zucht van verlichting. Ze schrijft een bonnetje voor me uit en overhandigt me het fietssleuteltje.
‘Alsjeblieft,
het is nr. 199… hij staat daar.’
“Daar,” blijkt een ruim begrip.
Mannetjes en vrouwtjesfietsen, rijen dik, allemaal zwart en allemaal
met versnelling. Het tellen geef ik al snel op.
Gelukkig heb ik 199 al na een minuut of tien gevonden. Nu alleen
nog het zadel op zijn laagste stand zetten. Dit lukt me moeiteloos. Ik loop terug en gooi mijn tas -die nog op de grond stond- over mijn schouder. Maar als ik op 199 wil stappen zie ik dat mijn zadel los zit.
Getrek, gedraai, geduw en gewrik. Het zweet parelt me op
mijn voorhoofd en al snel kom ik er achter dat het zadel niet meer mee zal geven.
Vreemd, daarnet
verliep het zo soepel.
Ik besluit verhaal te halen bij het meisje van de receptie.
Na een laatste geïrriteerde blik op “mijn fiets” verrast de
stang me…
Verrek, ik had toch
een damesfiets?
Buiten de stang, valt me nu ook het nr. plaatje "212" op.
Mijn nr. 199 staat me een paar meter verderop hartgrondig uit te
lachen,
Gelukkig heeft niemand mijn gestuntel gezien.
Met een beschaamd hoofd, fiets ik nog even naar de buurtsuper
voor wat boodschappen. Het terras aan de overkant is afgeladen met luidruchtige
Duitse -in driekwart broek en wandelschoenen gehulde- toeristen, die zich te goed
doen aan een kop koffie, een biertje of andere Texelse versnapering.
Ik stal mijn fiets tussen zijn soortgenoten. Uit voorzorg
hang ik de oranje hamster-mascotte, die ik heb gekregen bij mijn eigen buurtsuper aan mijn stuur. Lekker fel van kleur, dus dat kan niet missen.
Bepakt en bezakt kom ik even later weer buiten en hang mijn
tassen aan het stuur. De zwaarste tas bind ik goed stevig op de bagagedrager.
Het
zal niet de eerste keer zijn dat ik op een druk kruispunt appels en peren bij
elkaar moet rapen. Nog een stevige knoop in de hengsels, nee … dat zit wel snor, er is geen beweging
meer in te krijgen. Tevreden steek ik de sleutel in het fietsslot, althans, dat
was de bedoeling. Dan zie ik een oranje hamster naast me aan een stuur bungelen.
Verd…..
“Nog nooit zoveel lachende Duitsers bij elkaar
gezien.”
© Ingrid Punt juni 2014
Hihi, sorry...ben geen Duitser, maar lach toch even mee....
BeantwoordenVerwijderenSorry, ik ben ook geen Duitser, maar lig in een deuk. hahahaha
BeantwoordenVerwijderen