Kant
Wat was ze blij toen hij haar vroeg
-leerde hem kennen in een kroeg-
haar meisjesdroom, een witte bruid
met lange sleep, komt eindelijk uit.
Als dochter van mevrouw van Eert
-die haar het klossen heeft geleerd-
maakt ze een jurk van
eigen hand,
geheel van kant, de nieuwste trant.
Kantklossen zit haar in het bloed
-alleen haar meetlint werkt niet goed-
al is haar kloswerk een begrip
bij ’t altaar staat ze in haar slip.
Haar tante fluistert in haar oor…
-zelf heeft ze het nog niet zo door-
Ze gilt nu brand, ze schreeuwt nu moord,
haar zedeloosheid overboord.
‘Nu weet ik dus wat er aan schort’
-de kanten trouwjurk veel
te kort-
haar bruidegom, niet erg galant
verlaat gehaast het kerkelijk pand.
Vertrekt zelfs naar het buitenland
-laat haar mooi zitten in haar kant-
Een mooi jong ding werd naar verluid
zijn nieuwe kant en klare bruid.
Verstoten bruid was radeloos
-dat hij zomaar een ander koos-
ze kloste en ze kloste door,
totdat ze haar verstand verloor.
Nu was zij zelf dus zwaar de klos
-en gooide alle klossen los-
Ze had zich niet meer in de hand,
dus maakte zij zichzelf van kant.
Geschreven voor de scrijfopdracht "Laat je inspireren" en tot mijn grote verbazing gewonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten