Blogarchief

zaterdag 22 oktober 2011

Tot de dood ons scheidt...

Tot de dood ons sheidt


De klok die ze 's nachts zo haat, geeft alweer drie uur aan... ze draait zich nog maar eens om.
Ze kan de slaap weer eens niet vatten, slaap die ze zo nodig heeft want zonder slaap geen dromen. En juist die dromen zijn zo belangrijk omdat hun leven samen dan gewoon doorgaat.
De dagelijkse routine is nachtelijke routine geworden.
En hoewel het moment van ontwaken het pijnlijke besef met zich meebrengt dat ze alleen is, kan ze na zo’n droom de dag weer aan. Tijd heelt alle wonden zeggen ze, en aan de scherpe, alles overheersende pijn is inderdaad een eind gekomen, maar naarmate de tijd verstrijkt wordt het gemis steeds heviger, ze voelt zich steeds méér geamputeerd.

Haar herinneringen gaan weer met haar op de loop en beletten haar het slapen.
Terug denkend aan hun leven samen...... het was een goed leven met alle ups en downs die daarbij horen. Hij was goed voor haar en zij voor hem, ze waren een hecht team, en waren al zolang samen dat alles vanzelfsprekend leek. Hij vervult nog haar hele wezen, ze bekijkt zelfs de dagelijkse beslommeringen vaak door zijn ogen. Natuurlijk heeft hij geweten hoeveel ze van hem hield... maar voor haar gevoel heeft ze té weinig gezegd hoezeer ze hem waardeerde.
Ze komt haar dagen wel door, heeft haar kinderen, kleinkinderen en leuke vrienden en kennissen.
Maar thuiskomen is toch anders als er niemand meer op je wacht.
Haar hand voelt de lege onbeslapen plek naast haar en als ze een brok in haar keel voelt opkomen dwingt ze zichzelf om het bed uit te gaan, dit gedraai en getob heeft geen zin.

In de badkamer staart haar spiegelbeeld haar meedogenloos aan, ze werpt een kritische blik terug. Haar grijze haar omlijst een bleek gelaat met doffe ogen. Zo ziet ze haar wereld nu, alles is nog redelijk hetzelfde, maar alles mist tevens ook z’n glans.
Ze voelt de warmte van zijn handen weer op haar schouders en even ziet ze zichzelf met zijn ogen.
Een blozend gezicht met dikke donkere krullen, de stralende grijsgroene ogen en de verlegen glimlach. Ik ben nog steeds verliefd op je, hoort ze hem weer zeggen. Haar glimlach wordt breder, het is heerlijk om zo bijzonder voor iemand te zijn... hij was het zéker ook voor haar.

Terwijl hij haar terug de slaapkamer in leid, kijkt hij haar vanaf zijn foto geruststellend aan... ga maar lekker slapen... met haar gezicht in zijn kussen snuift ze zijn geur op die er allang niet meer is maar diep in haar geheugen gegrift staat. Zijn hand streelt zacht haar grijze haar, en met de warmte van zijn hand in de hare vallen ze samen in een diepe troostende slaap.

Eens zullen ze weer écht samen zijn.

© Ingrid Punt 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten