Blogarchief

maandag 13 mei 2013

Happy ending


Happy ending


‘Ik denk dat ik vierendertig neem, Foe jong hai, dat is ei, daar kunnen ze niet zo veel aan verpesten toch?’ Klaas neemt nog een flinke trek aan zijn sjaggie en drukt hem dan uit in de glazen asbak. 
‘Ei kan je thuis ook eten Klaas, ik denk dat ik drieenveertig neem, dat is Chiauw chieuw. Dat is varken met dat rode goedje erover heen. Ja, ik ga voor het varken,’ Zegt Truus, met zo’n zelfverzekerde blik alsof ze net de hele veestapel aan een vakkundige inspectie heeft onderworpen.

‘Snap jij trouwens waarom ze die maaltijden altijd nummeren Klaas?’ 
‘Omdat ze geen Nederlands spreken Truus, en lezen kunnen ze het al helemaal niet. Dan is het toch makkelijker als je de maaltijden een nummer geeft. Dan hoef je niet na te denken, je laat de mensen gewoon een nummer aanwijzen. 

‘Het is trouwens wel een gedateerd restaurant zeg. Kijk dan Klaas, alles is bruin geschilderd, de vloerbedekking helemaal kaal en dan die armoedige versleten kleedjes op tafel. Echt vergane glorie.‘ 
Klaas zucht, ‘ja, volgens mij heeft Chiang Kai Shek hier zelfs nog gegeten.’ 
Truus slaat snel de kaart open, wat is dat voor nummer?’ 
‘Wat kan het je schelen Truus, we komen hier om te eten, niet om te kijken of Jan de Bouvrie zo af en toe een vorkje komt prikken.’

De serveerster komt de bestelling opnemen. 
‘Zo, die prijzen liegen er niet om, zegt Klaas terwijl hij zijn menukaart dichtslaat en hem aan haar terug geeft. ‘Zou dat met of zonder happy ending zijn vraagt hij richting Truus, die een kleur van oor tot oor krijgt. De serveerster blijft hem vragend, maar vriendelijk aankijken, haar notitieblok en pen strijdbaar in de aanslag. ‘Doe maar één vielendeltig en een dlieenveeltig’ zegt Kees luid en op zijn manier goed articulerend, terwijl hij de serveerster diep in de ogen kijkt. Ze noteert de bestelling, knikt beleefd en loopt naar de keuken. 
‘Moest dat nou?’ vraagt Truus beschaamd. 
‘Ach, geloof me nou, ze heeft er geen woord van begrepen. Die mensen wonen hier al jaren maar hebben nooit Nederlands geleerd. Maaltijdnummers Truus… dat is niet voor niets.’

Na enige tijd worden de maaltijden geserveerd. 
‘Sambal bij?’ vraagt Klaas schaterlachend aan de serveerster. 
‘Sambal ja?’ Ze knikt vriendelijk, pakt een sambal-potje van een andere tafel, zet die voor Klaas zijn neus, en maakt zich uit de voeten. Klaas laat het zich onder luid gesmak goed smaken. Het versleten, maar fris witte damast wordt door hem niet gespaard en ziet er binnen de kortste keren uit als een slachtveld. De serveerster loopt zo nu en dan vriendelijk knikkend langs hun tafeltje om te zien of alles naar wens is.  

‘Klaas, moet je nu zien hoe dat kleed er uit ziet!’ 
’Wat maakt dat nou uit, ik betaal er toch voor en ze hebben vast wel een mooie Chinese wasmachine, die gasten maken alles na. Miele is er niets bij, geloof me nou maar.
‘Mag ik zo van U de lekening mevlouw?’ 
Truus weet niet hoe ze het heeft en duwt haar gezicht diep in haar servet van schaamte. 
‘Wat nou?’ vraagt hij wanneer Truus hem kwaad aan kijkt. ‘Maak je niet zo druk mens, ze snapt er toch niets van.’

Even later schuift de serveerster een schoteltje met de rekening en een paar pepermuntjes onder Kees zijn neus. 
‘Heeft het u allemaal gesmaakt meneer, aan het kleed te zien wel hé? Geeft niets hoor, we hebben een geweldige wasautomaat, een Miele is er niets bij.’ 
Haar Nederlands blijkt perfect en Kees krijgt een kop als vuur. Hij graait de rekening van het schoteltje, mompelt wat onbeholpen en tast flink in de buidel, met ter compensatie voor zijn onbenul daar bovenop een vette fooi. 
‘Dank u wel, we hebben geen happy ending maar u mag wel een extra pepermuntje nemen. En dan wens ik u nog een fijne voortzetting van de avond’ glundert de serveerster. Kees is nu zo rood als een biet. De serveerster knipoogt naar Truus en loopt naar het volgende tafeltje. 

‘Sambal bij ... ja?…’

© Ingrid Punt 2013


2 opmerkingen: