Blogarchief

vrijdag 23 november 2012

Co-ouderschap


Co-ouderschap

Verveeld kijk ik naar de regen die met bakken naar beneden komt. Onder de luifel van een eetcafé wacht ik tot de ergste hoosbui achter de rug is.
‘Wat een weer hé?' De man naast me heeft van de nood een deugd gemaakt en heeft zich geïnstalleerd met een wijntje en een dikke sigaar, alleen de open haard ontbreekt. Hij is van middelbare leeftijd en heeft een smal gezicht en een grote haviksneus waar een zwaar beslagen bril op leunt. Voorzichtig haalt hij de bril van zijn immense gok, poetst deze droog met zijn zakdoek en zet hem weer op zijn gigantische voorgevel. Zijn ogen, die nu zichtbaar zijn, staan vriendelijk.

‘Tja, maar gelukkig zitten we droog.’ Zeg ik, terwijl ik hem zo onopvallend mogelijk probeer op te nemen. Buiten een bril en een grote neus heeft hij ook een spitse kin en dun grijzend haar. Hij draagt een vale spijkerbroek en halfhoge leren laarzen. Ondanks zijn niet geringe postuur lijkt hij in zijn grote donkere regencape te verdrinken. Hij ziet mijn verbaasde blik en lacht even, ‘dat ding heb ik zeker vier maten te groot gekocht voor als ik Roosje ophaal met de scooter. Dan zit ze tenminste lekker droog.’
’Oh,’ knik ik begrijpend, hoewel ik geen idee heb wie Roosje is. Maar dat hij me dat nog gaat vertellen is wel duidelijk.

‘Mijn ex en ik hebben co-ouderschap en om de twee dagen haal ik Roos met de scooter op. Prachtig vind ze het.’ Hij begint te glunderen als hij haar naam uitspreekt. Ja, Roosje is gezegend met een trotse pa.
‘Het is een schatje hoor, ze was vijf toen we uit elkaar gingen en ik zei meteen; alles goed en wel, maar ik moet haar minstens om de twee dagen zien anders word ik stapelgek. Nu ruim twee jaar later haal ik haar nog steeds om de twee dagen op om samen leuke dingen te gaan doen. Met mooi weer gaan we lekker naar het strand – ze is gek op de zee, of we gaan lekker naar het bos. Ik betaal netjes alimentatie en eventuele dokterskosten zijn ook voor mijn rekening.’
‘Wat een geweldige oplossing’ zeg ik en hij knikt tevreden.
Zijn smalle gezicht begint te stralen als hij vraagt of ik misschien wat foto’s van haar wil zien. Hij slaat zijn natte cape opzij en haalt zijn mobiel uit zijn zak.

‘Kijk, dit is Roosje.'
Ik krijg een foto onder mijn neus gedrukt van een ontzettend, lelijk, klein scharminkel. Roosje blijkt een harig klein monstertje met loensende uitpuilende ogen en de uitstraling van een natte dweil. Er volgen nog veel meer foto’s… Roosje op de bank, Roosje op het strand, Roosje in het bos. Roosje bij mama op schoot, Roosje bij papa op schoot. Hé ja, gezellig, Roosje met haar pootje omhoog. De foto’s hebben buiten Roosje nog één ding gemeen, ze zijn allemaal wazig. Alsof zelfs de camera even moest slikken voor hij haar op de gevoelige plaat vast legde. Roosje is de meest lelijke hond die ik ooit heb gezien… en dan overdrijf ik niet.


De ogen van de man naast me staan inmiddels verdacht waterig – en dat heeft niets met de regen te maken. Sterk spul hé?… hij neemt een slok van zijn wijntje en met een verliefde blik gaat hij verder.
’Wat een loeder hé, kijk dan, hoe vind je deze?’ Hij toont me een foto van Roosje die haar achterwerk schoon likt en ik beaam dat ik dit veruit de mooiste foto vind. Ik lieg er niets aan, want het is in elk geval de scherpste. Ik hoop dat mijn enthousiasme hem doet besluiten de rest van de foto’s maar achterwege te laten.
Gelukkig, het werkt. We zitten samen nog een paar – voor mijn gevoel- eindeloze minuten naar haar roze, kale achterwerk te koekeloeren als hij plotseling op zijn horloge kijkt en gehaast zijn mobiel weer in zijn broekzak steekt. Ja hoor, het licht staat op groen om Roosje op te halen bij mama. Zijn harige oogappel mag niet langer wachten dan nodig is, want dan wordt ze nerveus. Hij neemt nog een laatste slok wijn, dooft zijn sigaar en trekt de capuchon van zijn cape diep over zijn voorhoofd en geeft me een hand.’

’Het Was me een waar genoegen, en misschien tot ziens,’
’Ja wie weet, en doe de groeten aan Roosje.’
Ja… Roosje heeft het getroffen met zo’n trouw baasje… lang leve het co-ouderschap.

© Ingrid Punt oktober 2012






Geen opmerkingen:

Een reactie posten