Blogarchief

woensdag 18 juli 2012

Hartsvriendin...



Hartsvriendin... 



In een ziekenhuiskamer staat een bed met daarin een jonge vrouw aan het zicht onttrokken door een wit gordijn. Ze is het slachtoffer van een auto ongeluk. Naast haar staat een computerscherm met rode, groene en blauwe lijnen die haar lichaamsfuncties registreren. Zo op het eerste gezicht is er niets bijzonders aan haar te zien en het lijkt alsof ze slaapt. Alleen het verband om haar hoofd en het geluid van de beademingsapparatuur doet iets anders vermoeden. De artsen noemen haar onder elkaar mevrouw X en ze staat als orgaandonor geregistreerd. De familie wordt in de gelegenheid gesteld om afscheid te nemen. Voor haar familie haast ondoenlijk omdat haar borstkast nog op en neer gaat en ze alle kenmerken van een dode mist. De beademing wordt voor tien minuten stopgezet maar alles wijst erop wat de doktoren al verwachten. De hersenen van Mevrouw X zijn zelf niet meer in staat om de longen te prikkelen tot ademhalen. Na een aantal testen wordt ze uiteindelijk hersendood én officieel dood verklaard. De dienstdoende arts condoleert de familie en verteld hen dat ze nu echt gestorven is. Het lichaam reageert alleen op de kunstmatig toegevoerde zuurstof die weer is aangesloten. De onherroepelijkheid is een feit en de donatieprocedure wordt in werking gezet.

‘Er is een hart beschikbaar?’ In shock kijkt ze de dienstdoende arts hoopvol aan. ‘écht?’ vraagt ze nogmaals hevig geëmotioneerd. Eindelijk, hoe lang heeft ze hier al niet op gewacht? Ze is inmiddels alweer een aantal jaren aan bed gekluisterd. Ooit was ze een gezond kind geweest. Ze kon naar hartenlust spelen en ravotten met de kinderen uit de buurt. Samen met haar vriendinnetje Henny was ze altijd in voor avontuur. Haantje de voorste zo noemden men haar, dus de combinatie Haan en Hen was gauw gemaakt. Kortom, ze had een onbezorgde en gelukkige jeugd. Hoe zwaar viel het niet toen ze merkten dat haar uithoudingsvermogen steeds minder werd. In de eerste instantie wist men het nog te wijten aan een onschuldig griepje dat ze een paar weken daarvoor had gehad. Maar na verschillende onderzoeken bleek dat het onschuldige griepje, niet zo onschuldig was geweest. Haar hart bleek door een flinke infectie dusdanig beschadigd waardoor ze nooit meer de oude zou worden.

Henny daarentegen, bloeide op tot een gezonde tiener en deed wat een meisje op die leeftijd zoal hoort te doen. Ze ging medicijnen studeren, ging uit, kreeg nieuwe vrienden en vriendinnen maar haar doodzieke hartsvriendin vergat ze nooit. Toen ze het lichamelijk nog aankon, werd ze door Henny opgehaald en in haar rolstoel letterlijk overal mee naar toe gesleept. Maar de teloorgang was onomkeerbaar en toen ook dat niet meer ging kwam Henny dagelijks bij haar langs. Als dat niet lukte belde ze tientallen keren per dag. Op die manier hield ze haar op de hoogte van alles wat er in haar leven speelde en belangrijk was. 


Ze maakte foto’s en filmpjes van alle evenementen en feestjes waar ze heenging om die later met haar te delen. Ze genoten er beiden van en het was dan nét alsof ze er zelf bij was geweest. Henny liet het nooit afweten.  Er waren dagen dat zij er even doorheen zat en niemand wilde zien en medelijden met zichzelf had. Dan was het Henny die haar altijd weer uit die donkere put wist te trekken. “Kom op Haantje, laat je niet zo kennen, je zult zien als de nood het hoogst is, is de redding nabij.”
Tot Henny afstudeerde en wilde gaan werken voor artsen zonder grenzen. Ze werd uitgezonden naar alle uithoeken van de wereld. Natuurlijk was ze blij voor haar geweest, ze kende haar gedrevenheid en haar honger naar avontuur. Ooit hadden ze die dromen gedeeld en nu zou Henny ze voor beiden waarmaken. Hen stuurde haar geregeld kaarten en brieven, en kwam ze soms voor een maand of wat terug naar Nederland. Maar meestal miste ze haar vriendin ontzettend. Zelf was ze met haar dertigste een zwak hoopje mens en had meer doktoren en ziekenhuizen gezien dan haar lief was.


De laatste weken lag ze alleen nog maar in bed met zware medicijnen en zuurstof. Zelfs de gang naar het toilet was een beproeving, waarna ze uren moest bijkomen. Ze ging zienderogen achteruit. Elk ongevaarlijk virusje kon voor haar fataal zijn en ze voelde zich meer en meer geïsoleerd. Haar enige hoop en redding was een transplantatie, en wel zo snel mogelijk want de tijd drong. Het wachten was op een geschikt hart. En nu was het dan eindelijk zover, er was een hart beschikbaar. Haar familie was al ingelicht en onderweg naar het ziekenhuis, evenals haar nieuwe hart.
'De zusters komen je zo klaarmaken voor de operatie.' De arts kijkt haar geruststellend aan terwijl hij even over haar beurs geprikte arm wrijft.'Nou meisje, eindelijk is het dan zo ver, je weet wat je te wachten staat hé?'  Ja, ze weet wat haar te wachten staat. Een zware operatie die ze misschien niet overleefd omdat haar weerstand behoorlijk zwak is. Het lange herstel en revalidatie die na het slagen van de operatie zullen volgen. Met een donorhart heeft ze meer kans op infecties, kanker en nierfalen. Ze zal de rest van haar leven iedere dag pillen moeten slikken, tot wel 25 per dag.Tientallen keren heeft ze dit al met de artsen doorgenomen en in haar dromen nog eens honderden keren extra. Het afscheid van haar ouders verloopt emotioneel, ze zijn net zo blij als angstig dat het nu eindelijk gaat gebeuren.
Als men haar later de O.K inrijd waar al een heel team van doktoren klaarstaat, doet het kalmeringsmiddel dat de zuster haar al had gegeven zijn werk. Ze voelt zich loom worden. 'Ben je er klaar voor?' Ja, natuurlijk is ze er klaar voor. Ook al zou ze willen ze heeft geen andere keus. De laatste paar dagen voelt ze het laatste beetje kracht dat ze nog heeft steeds verder afnemen.'Als de nood het hoogst is, is de redding nabij.' Henny, ze moeten Henny nog waarschuwen. Henny moet weten dat ze eindelijk aan de beurt is. Ze wil het de zuster vragen, maar haar stem lijkt het te begeven. Het operatieteam veranderd in een kluwen van schimmen. De stem van de anesthesist lijkt net als zijzelf te verdwijnen in een diepe put. 


~ De vrouw lijkt haast doorschijnend in haar lange witte jurk. De rest van het operatieteam lijkt haar niet op te merken en gaat onverstoorbaar door. Ze komt dichterbij en opent haar handen waarna een hart zichtbaar wordt. ‘Het is een mooi en goed hart. Wees er zuinig op,’ hoort ze de vrouw zeggen en de stem komt haar vaag bekend voor. 'Ze gaan het nu opwarmen, kijk het klopt alweer.' ~


‘Het spijt me maar we mogen absoluut geen informatie verstrekken over de donor. Ik mag je alleen vertellen dat het een vrouw betrof van ongeveer jouw lengte en leeftijd. Ze is om het leven is gekomen door een ongeval.’ Ze zucht. Natuurlijk wat had ze anders verwacht. In de paar weken dat ze hier nu ligt heeft ze zich dat verscheidene keren afgevraagd. Zij kan verder leven door de dood van iemand anders. Aan de ene kant een naar idee, maar een diep gevoel van bewondering en dankbaarheid overheerst. Ze voelt zich met de dag sterker worden. Haar gewicht is weer toegenomen en ze heeft weer kleur op haar wangen. Over een aantal dagen is ze genoeg aangesterkt om naar huis te mogen. In jaren heeft ze zich niet zo goed gevoelt. Het enige dat haar dwars zit is dat ze Henny nog niet heeft kunnen bereiken. Ze heeft haar moeder een aantal keren gebeld, maar die wist haar steeds te verzekeren dat ze eerst maar even aan haar revalidatie moest gaan werken. En haar genezingsproces eist inderdaad al haar energie op.Haar verbazing is dan ook groot als ze wakker wordt van haar dagelijkse middagdutje en Henny’s moeder naast haar bed ziet zitten. De vragen die op haar lippen branden slikt ze weer in als ze de ernstige blik in de ogen van de vrouw ziet. ‘Henny?’ De vrouw knikt en geeft haar een brief. Na enige aarzeling opent ze de enveloppe en herkend het handschrift van Henny uit duizenden.

~Lieve Haan,

Haan en Hen, weet je nog?
Deze brief heb ik jaren bij me gedragen. Je moet tenslotte altijd overal op voorbereid zijn nietwaar? Op het moment dat je deze brief leest, heb je eindelijk je nieuwe gezonde hart mogen ontvangen. Het hart dat jou het leven gaat geven waar je net als ik altijd recht op hebt gehad. Ik heb geprobeerd het leven te leven zoals jij dat ook gedaan zou hebben en ik heb ervan genoten. Maar nu geef ik het stokje aan jou door. En ook al ben ik ben ik er niet meer om je te troosten, laat het een troost zijn dat ik samen met jou verder leef.
Leef je leven en geniet voor ons beiden van elke dag.
‘Als de nood het hoogst is, is de redding nabij.’

Je hartsvriendin Henny~




Ingrid Punt november 2012





Geen opmerkingen:

Een reactie posten