Blogarchief

vrijdag 30 maart 2012

Jonge aanplant...


Jonge aanplant


Een mooie riante bungalow in een keurige buurt. De makelaar had hem snel weten te overtuigen, alle voorzieningen bij de hand en een gigantische tuin op het zuiden. Vooral dat laatste sprak hem erg aan want na zijn pensioen had hij zich op het tuinieren willen storten. Het zou een klein paradijs worden en hij keek nu al uit naar de gezellige etentjes die hij in die tuin zou geven voor zijn vrienden en kennissen. Ze zouden hem roemen vanwege zijn exclusieve planten en prachtig aangelegde vijver met koi karpers. Een groot gedeelte van de tuin wilde hij gaan gebruiken als moestuin.

Ja, hij zag het buitenleven al helemaal zitten. Na jarenlang in een flat gewoond te hebben zou zijn ultieme droom nu eindelijk uitkomen. Ergens in januari had hij het koopcontract getekend en er toen niet bij stil gestaan dat de grote oude eik van de buurvrouw zijn droom zomers compleet in de schaduw zou leggen. Ondanks al zijn gezwoeg lieten door gebrek aan zonlicht zijn mooie exclusieve planten het snel afweten. Daar gingen zijn gezellige etentjes buiten. Niemand had zin om op een mooie zonnige dag in een donkere kille kale tuin te gaan zitten, om over zijn moestuin maar te zwijgen. Alleen zijn vijver tierde welig en zijn dure karpers groeiden als kool onder zijn verzorgende handen.

Voorzichtig had hij getracht zijn buurvrouw over te halen de boom te laten verplaatsen. Zo een klein dementerend fragiel oud vrouwtje moest geen al te groot obstakel vormen. Hij had zelfs royaal aangeboden voor de kosten op te draaien. Compleet hysterisch was ze geworden. “Oude bomen mocht je niet verplaatsen” schreeuwde ze hem venijnig toe. De andere buren hadden hem verwijtend aangekeken en voor de goede verstandhouding had hij er verder het zwijgen toegedaan.Gerechtelijke stappen ondernemen zag hij niet zitten, dat ging hem veel te lang duren en de gealarmeerde buren zouden hem dan helemaal met de nek aankijken.

Nee… hij moest het recht maar in eigen hand nemen en slim en onopvallend te werk gaan. Buurvrouw is zo doof als een kwartel, dus ’s nachts is het een fluitje van een cent om een paar gaatjes in die oude eik te boren. Vol laten lopen met wat gif en het leed is geleden. Voorzichtigheid was wel geboden, want de buurman van de overkant -vanwege zijn bemoeizucht ook wel de buurtconciërge genaamd- hield alles en iedereen vanachter zijn gordijnen nauwlettend in de gaten.

Als de schemer die avond goed en wel heeft ingezet klimt hij over de schutting en legt zijn oor even tegen buurvrouw’s slaapkamerraam. En ja hoor, in haar slaap weet ze zelfs een heel bos om te leggen. Hij klopt even bemoedigend tegen de bewuste boom. “Zo ouwe jongen, daar ga je… tot in de pruimentijd.” Hij zet zijn handboor in de bast, draait een paar flinke gaten, laat het gif erin lopen en dekt de gaten weer af met een paar stukken schors. Dit herhaalt zich een aantal nachten, tot hij op een keer bijna betrapt wordt door de buurtconciërge die zijn hondje uitlaat.

“Zo buurman, nog laat op pad, ga je klussen?” de buurtconciërge kijkt geammuseerd naar het plastic tasje van de Praxis waarin hij zijn moordwapens heeft verstopt. Het verzinnen van een zinnige verklaring blijft hem gelukkig bespaart want het scharminkel dat buurman aan zijn hondenriem heeft gekoppeld begint te rillen en te piepen. “Jaja… je hebt ’t koud he, even snel een plasje en dan gaan we weer naar het vrouwtje.” Hij knikt en loopt snel terug naar de overkant met het piepende scharminkel voor zich uit. Poeh…. Dat scheelde niet veel.

Na een aantal weken gaat de boom zienderogen achteruit, de buurvrouw klaagt over zure regen en hij lacht in zijn vuistje. Wanneer hij op een dag zijn vette karpers in de eeuwige schaduw staat te voeren hoort hij de buurvrouw gillen “van onderen” De schaduw verplaatst zich alvorens geheel te verdwijnen en onder luid gekraak stort de grote oude eik ineen. In zijn ondergang neemt de reus de hoge schutting met zich mee en hij weet nog net het vege lijf te redden door er als een haas vandoor te gaan en zich te verschansen achter de keukendeur. Zuchtend en kreunend eindigt de gigant in zijn vijver. De karpers liggen her en der verspreid op het gras en terrastegels en happen naar zuurstof. Zijn tuin is één grote ravage, de vijver verwoest en de karpers leggen één voor één het loodje.

De verzekering weigert de schade te dekken en beroept zich op overmacht en buurvrouw zegt haar spaarcentjes nu hard nodig te hebben voor jonge aanplant. Als na een aantal weken hard werken de laatste resten van de boom uiteindelijk zijn verwijdert en zijn tuin weer een klein beetje toonbaar is rijd er een vrachtwagen van het tuincentrum voor. Buurvrouw is zo blij als een kind als de jonge aanplant -wat een grote notenboom blijkt te zijn- geplaatst word.

“Geweldig hé buurman, deze kan maar zo’n twaalf meter hoog worden dus het zal mijn tijd wel duren “ en met een triomfantelijk lachje trekt ze de tuindeur achter zich dicht terwijl zijn laatste koi karper het loodje legt.


© Copyright Ingrid Punt maart 2012





Geen opmerkingen:

Een reactie posten