Blogarchief

zaterdag 14 januari 2012

Smooth...

Zodra ik op de boot stap komt alles weer bij me boven en hetzelfde gevoel van vrijheid blijheid overvalt me. Ik snuif de frisse zeelucht diep op in m’n stadslongen., om vervolgens te genieten van het schouwspel van de meeuwen die boven de boot cirkelen. Ze vliegen zó laag dat ik ze bijna aan kan raken en soms laten ze zich dragen op de wind om even vlak boven mijn hoofd tot stilstand te komen. Met hun kopjes schuin kijken ze me aan alsof ze mij net zo grappig vinden als ik hen. Na een korte pauze zweven ze schreeuwend verder op de wind. Als de boot eindelijk vertrekt vliegen ze mee tot aan de overkant alsof ze zich er persoonlijk van willen overtuigen dat alle passagiers veilig op het eiland aan komen. De temperatuur is de laatste dagen behoorlijk opgelopen en het wachten op de boot heeft me dorstig gemaakt. Het restaurant zit al behoorlijk vol maar ik besluit het er maar op te wagen en na een minuut of tien in een 'zo op het eerste gezicht' eindeloze rij loop ik eindelijk gewapend met dienblad,een flesje lauwe cola en een klef broodje kaas terug naar de tafeltjes. De meeste zijn inmiddels bezet maar na wat heen en weer gedrentel weet ik dan toch nog een plekje te bemachtigen.


'Wat neem jij,' vraagt het meisje aan het tafeltje tegenover me aan haar vriendin. 'Ik denk dat ik gewoon een broodje kaas neem'… 'gadverdamme!' haar vriendin trekt een vies gezicht, en na een blik op mijn kleffe broodje waar een zielig verlept blaadje sla uit hangt begrijp ik haar afgrijzen. 'Kom op zeg, we zijn op vakantie, neem een lekkere wrap met zalm of zo.' 'Ik houd niet van zalm, dat weet je' zegt haar vriendin quasi gechoqueerd. 'Nou oké dan géén zalm, maar je kunt toch wel iets anders nemen… een tosti met geitenkaas en honing of zoiets, ik bedoel… gewoon… iets anders…doe ‘s gek. Weet je wat… ik ga je verrassen.” Ze discussiëren nog even verder en vriendin 'zalm en geitenkaas' staat op en sluit zich aan in de rij en ik stort me glimlachend op mijn verlepte maaltijd. De twee doen me denken aan de eerste keer dat ik samen met een vriendin deze reis maakte. Het is nu zo’n vier jaar geleden dat ik samen met haar naar het eiland ging omdat we daar een huisje pal aan het strand hadden gehuurd. Achteraf gezien de mooiste vakantie van mijn leven omdat ik daar Ray tegenkwam.


De werkzaamheden van vriendin lieten het helaas niet toe om langer dan één week te blijven, en na haar op de kade te hebben uitgezwaaid had ik nog geen zin om alleen te zijn. Ik zie mezelf daar nog op het terras van het eetcafé zitten, de warmte was bijna niet te harden, ik draai m’n lange donkere haar in een staart, maak de bovenste knoopjes van m’n jurk los en wapper mezelf wat koelte met de menukaart toe … is het menu zo beroerd… Ik leg de kaart lachend op tafel ... Nee hoor, dat valt best m….. De woorden blijven steken in mijn keel als ik de man aankijk die voor mijn tafeltje staat. Hij is lang, slank, gespierd en heeft een gebruind hoofd met donkere krullen… maar dat is het allemaal niet zozeer, het zijn eerder zijn ogen die me zo van slag hebben gebracht. Donkere lieve ogen die me nu geamuseerd en een beetje spottend aankijken. Ik probeer mezelf tot de orde te roepen.

'Ik wil graag alleen iets drinken' weet ik zelfverzekerd uit te brengen. 'Alleen?' Vraagt hij, 'met z’n tweeën is het een stuk gezelliger.' Als ik opper dat het niet mijn gewoonte is om met een voor mij vreemde man een drankje te nuttigen, steekt hij mij zijn hand toe….'Ray'… van Raymond, maar jij mag Ray zeggen… zo, en nu ben ik geen vreemde meer voor je' zegt hij lachend, en voor ik het weet zitten we samen te lachen en te praten alsof we elkaar al jaren kennen, en de rest van de vakantie zijn we onafscheidelijk geweest. We hebben nog twee geweldige weken samen en de meegebrachte boeken tegen de eventuele verveling tijdens mijn laatste vakantiedagen blijven ongelezen in mijn koffer.

Het eerste afscheid viel ontzettend zwaar maar sindsdien reis ik meerdere keren per jaar af naar het eiland om de vakanties weer samen te zijn. Hij wil het eiland niet opgeven en ik ben verknocht aan de grote stad, maar ooit vinden we een compromis, zo houd ik mezelf voor.
Ray is op het eiland geboren, heeft er zijn familie, vrienden en zijn eetcafé pal aan het strand. In het verleden heeft hij de boel al eens verkocht om een vriendin achterna te reizen en dat liep niet goed af. Op het eiland heerst een totaal andere mentaliteit, hij heeft het geprobeerd maar kon niet wennen in een stad waar niemand elkaar kent en zelfs niet groet. Het maakte hem letterlijk ziek en mede daardoor liep de relatie op de klippen. Terug op het eiland moest hij alles weer opnieuw opbouwen. Dat wil ik hem besparen en vanaf het begin is hij er duidelijk over geweest, hij wil er blijven tot aan z’n dood. Maar ik heb mijn familie, vrienden en kennissen in de stad en hoewel dat op zich niet eens het probleem is wil ik mijn vader niet in de steek laten met wie ik samen een goed lopende winkel run. Hemel en aarde heb ik bewogen om Ray naar het vaste land te krijgen maar hij houd ondanks onze liefde voor elkaar voet bij stuk, en ik begrijp hem. Ooit vinden we een geschikte oplossing....


Mijn gemijmer wordt verstoord door een gezin dat naast me plaats heeft genomen. Het stel probeert hun zeurende en jengelende kinderen in het gareel te houden, wat niet écht schijnt te lukken want het gekrijs en gejengel wordt alleen maar erger. Het stel krijgt ruzie en de verwijten vliegen over en weer. De ruzie verloopt niet geheel geruisloos en het halve restaurant geniet mee, met als gevolg een boze vader, een zenuwachtige moeder, kinderen waar nu helemaal geen land meer mee te bezeilen is en ik… met een opkomende hoofdpijn. Ik probeer het nog even vol te houden en er niet op te letten. De twee giechelende meiden tegenover me hielden het al eerder voor gezien en na een tijdje wordt de drukte ook mij teveel en ik besluit om mijn inmiddels bijna warme cola op het zijdek te nuttigen. Met hun witte schuimkoppen glijden de golven krachtig langs de boot en het eiland komt al dichter bij. Reikhalzend probeer ik mijn Ray te herkennen tussen de mensen op de kade. Maar de drukte maakt het mij onmogelijk. De boot meert aan en ik loop als een mak schaap met de mensenmassa mee de kade op. Ik dring me tussen de elkaar begroetende mensen door terwijl ik op zoek ben naar een grote knappe man met een donkere krullenkop en lieve ogen, maar na een tijdje geef ik het zoeken op.


Ray is er dus niet om me op te halen constateer ik teleurgesteld maar berustend, het is schitterend weer dus vast ontzettend druk in de strandtent. Aan de overkant van de kade is een fietsverhuurbedrijf. Het is maar een klein kwartiertje flink doortrappen en met alleen een rugtas en een matige wind ben ik zo bij het huisje. Mijn spullen zijn zo uit gepakt, ik hang m’n kleding in de kast en duik onder de douche om de warmte van de reis van me af te spoelen, trek een luchtig zomerjurkje en slippers aan en wandel maar vast naar het strand dat op een steenworp afstand van het huisje ligt. De zon staat al iets lager, en de ergste hitte van de afgelopen dagen heeft plaats gemaakt voor een licht briesje waardoor de temperatuur nu bijzonder aangenaam is. Het vooruitzicht op een mooie zonsondergang voor mij en Ray op deze zwoele zomeravond stemt me gelukkig. Op het terras maken de meeste gezinnen zich al klaar om naar huis te gaan. De drukte van de dag maakt plaats voor een rustige relaxte sfeer. Ik stel me zijn verraste gezicht voor als ik al op het terras blijk te zitten als hij straks de bestelling op komt nemen, en ga aan het tafeltje op mijn favoriete plekje zitten en probeer nog even na te genieten van de laatste milde zonnestralen. De menukaart maakt het me niet écht moeilijk… ik heb zin in een frisse salade en een lekker koel drankje. Binnen wordt de apparatuur al vast klaargezet voor de band die straks zal gaan spelen. Het is nog niet druk en ik hoop niet dat het iets wil zeggen over de kwaliteit van de band. Elk bandje trekt zo z’n eigen publiek weet ik inmiddels.


Ik zet mijn zonnebril af, sluit mijn ogen en voel me loom worden door de milde zonnestralen op mijn gezicht. Terwijl ik nog even geniet van de warmte en het geroezemoes op de achtergrond wordt plotseling het zonlicht geblokkeerd omdat er iemand voor mijn tafeltje staat. Ray… enthousiast open ik mijn ogen... maar de teleurstelling is groot als ik het silhouet van de serveerster voor me zie. Goedemiddag… heb je al een keus kunnen maken… ze kijkt me vriendelijk aan... doe mij maar een salade en een ijsthee zeg ik terwijl ik de menukaart dichtklap. Is Raymond er nog niet, vraag ik haar terloops … Raymond… ze kijkt bedenkelijk… nee nog geen Raymond gezien… om vervolgens weg te lopen om mijn bestelling door te geven en ik slik de rest van mijn vragen in zak nog iets onderuit, schop mijn slippers van mijn voeten en sla mijn gebruinde benen over elkaar. Genietend luister ik naar het geluid van de meeuwen die het strand weer overnemen op zoek naar een lekker achtergebleven hapje. Na een tijdje komt ze terug met mijn bestelling en ik laat het me dit keer goed smaken. De band is inmiddels gaan spelen en ik geniet van het uitzicht en de muziek, die boven verwachting erg goed klinkt. De combinatie is wat mij betreft geweldig, een ondergaande zon, het geluid van de branding en een nummer van Santana op de achtergrond.


En opeens zie ik hem zitten, schuin tegenover me, de zon weerkaatst op zijn donkere krullen. Hij geniet net als ik van het uitzicht en net als ik hem wil roepen kruizen onze blikken elkaar, Ray… Zijn ogen beginnen te twinkelen en zijn glimlach verraad zijn blijdschap. De band speelt het intro van Samba pa ti en als de melancholieke klanken van de gitaarsolo door de strandtent klinken staan er al enkele stelletjes op de dansvloer. Raymond kijkt me vragend aan terwijl hij zijn hand naar me uit steekt… 'dansen?' Ik leg mijn hand in die van hem en laat me als in trance door hem de dansvloer op leiden. Zodra hij z’n armen om me heen legt voel ik me smelten. Ik voel de warmte van zijn handen door de dunne stof van mijn zomerjurk. Met mijn hoofd tegen z’n borst, alsof het daar hoort dringt de pittige bekende en vertrouwde geur van zijn after shave mijn neus binnen. Ik wil hem vragen waarom hij niet op de kade was maar hij smoort de vraag met een innige kus. Na de laatste gitaar akkoorden lopen we hand in hand over het strand naar de kustlijn. 'Waarom was je niet bij de boot, was het zo druk?, probeer ik nogmaals.' Ik kijk hem vragend aan, maar weer neemt hij me in z’n armen en overlaad me met z’n tedere kussen. De zon zakt steeds lager en kleurt het strand en de hemel oranje, ik zucht bij het zien van zoveel schoonheid. Stilzwijgend lopen we verder hoewel ik wel duizend vragen voor hem heb.

Hij staat stil en tovert een klein wit doosje uit z’n zak. Mijn handen beginnen te trillen terwijl ik het doosje probeer te openen. Ik aarzel even…wat nu verder… trouwen, en dan… hij hier en ik daar, dit kan en wil ik niet… Zou hij zich dan eindelijk hebben bedacht? Hij brengt zijn mond naar mijn oor… en ik voel alle bezwaren van me af glijden…'wil je nog iets drinken'… 'sorry?' 'wil je nog iets drinken?' Zijn stem lijkt een paar octaven hoger te worden…WIL JE NOG IETS DRINKEN!… ik open mijn ogen en kijk verschrikt in het verbaasde gezicht van de serveerster. Ik moet in slaap gevallen zijn. 'Jij was ver weg,' zegt ze lachend…'Ja, behóórlijk ver,' zucht ik opgelucht… op de achtergrond hoor ik de klanken van Smooth.

Copyright © Ingrid Punt juni 2011

2 opmerkingen: