Blogarchief

woensdag 19 september 2012

Ontluistering

Er gebeuren steeds vaker van dit soort drama's.
Is het een voortvloeisel van onze huidige maatschappij?
Terecht staan we stil bij de slachtoffers,
maar hoe zit het met de nabestaanden van de dader?


Ontluistering

“Hoeveel ouders zijn er niet, die hun kinderen verwaarlozen of zelfs mishandelen. Vaak komen diezelfde kinderen toch nog goed terecht.Het lijkt niet eerlijk, want waar ligt het uiteindelijk aan? Aan de opvoeding? De genen? Kunnen kinderen zomaar ontsporen, ondanks al de liefde en aandacht die je ze als ouders geeft? Wat geef je aan je kinderen door, buiten normen en waarden en al je goede bedoelingen?  Soms blijkt dat alles wat je ooit voor ze in gedachten had, niet meer dan één grote zeepbel… “

De dreigbrief, de zoveelste, voelt als lood in haar handen. “Dood moeten jullie, allebei.” Haar ogen vullen zich met tranen zodat de rest van de letters met elkaar lijken te versmelten. Maar zonder het te lezen weet ze wat er staat. De deurklink voelt koud in haar hand. Ze aarzelt even eer ze zijn kamer binnenstapt. Bang voor de gevoelens die zich als een lawine over haar uit zullen storten. Schaamte, teleurstelling, wroeging, haat, liefde, woede, verdriet en angst. Allerlei heftige tegenstrijdigheden passeren de revue. Ze verfrommelt de brief, waarna ze alles van zich af huilt en schreeuwt. Vervolgens laat ze zich uitgeput op zijn bed vallen. Daar zit ze, verdooft met haar handen slap in haar lege schoot. Niet alleen haar eigen verlies maar ook de pijn van alle andere betrokkenen zeult ze met zich mee. Ze heeft het écht wel geprobeerd  want wat hij heeft gedaan is verschrikkelijk.  Maar ze kan hem niet haten, dat mogen ze nooit van haar verlangen.

Ze denkt terug aan de dag dat hij geboren werd. Het was een moeilijke en pijnlijke bevalling geweest. Maar alle pijn en ellende waren snel verdwenen toen ze hem in haar armen hadden gelegd. Dat kleine, rimpelige, hulpeloze roze wezentje met zijn oogjes stijf dichtgeknepen. Hij had het op een brullen gezet, maar toen ze zachtjes tegen hem begon te praten opende hij zijn oogjes en had haar intens verbaast aangekeken. “Zo kleine man, ben je daar eindelijk?” Er was een blik van herkenning geweest, aan beide kanten. In de wolken was ze, vanaf het eerste moment dat ze hem in zijn ogen keek. Het was een gemakkelijk baby en vrolijke kleuter geweest. Snel tevreden, en huilen deed hij zelden. Op school deed hij het erg goed en de leerkrachten waren zeer tevreden over hem. Kortom, een model-leerling.

Toch was er bij haar een gevoel van onbehagen ontstaan. Ze kon haar vinger er niet op leggen. Soms maakte hij een gesloten en eenzame indruk. Hij speelde het liefst alleen, en zonderde zich vaak af. Volgens familie en vrienden was ze overbezorgd. Je eerste en enige kind, logisch dat je als moeder al je onzekerheden op dat kind projecteert. Maar het zat haar niet lekker. Ze nodigde vaak kinderen uit om te komen spelen. Het resulteerde evenzo vaak in een compleet fiasco. De kinderen speelden in de tuin, terwijl haar zoon schitterde door afwezigheid. Later vond ze hem dan op zijn kamer, verdiept in zijn boek. Dan keek hij haar aan met zijn grote dromerige ogen, “Ik heb geen zin in die drukte ma.”  Natuurlijk zag ze spoken, hun zoon was gewoon erg op zichzelf. Op den duur had ze zich er bij neergelegd dat haar kind een eenling was. Het was zijn natuur.

Voor haar en haar man was hij een liefhebbende zoon. Voor zijn grootouders een voorbeeldige kleinzoon en op school ontpopte hij zich tot een uitermate intelligente leerling. Het was dan ook een logisch gevolg dat hij ging studeren, en op kamers ging in de stad waar hij zijn studie volgde. Was hij eerst nog dolenthousiast geweest, gaandeweg werd hij steeds stiller. Ze had geprobeerd er met hem over te praten, maar hij wist haar telkens gerust te stellen. Er was niets aan de hand. Ze slaat haar handen vertwijfeld voor haar gezicht en een droge snik schiet uit haar keel omhoog. Zijn laatste telefoontje, zij, als moeder had moeten weten dat er iets scheelde. Hij klonk zo mat, zo gelaten… alsof niets hem meer interesseerde. Zij had maar door gerateld om de stilte te doorbreken en wéér wist hij haar gerust te stellen. Ze had iets moeten doen, naar hem toe moeten gaan, hem moeten troosten en niet meer uit het oog moeten verliezen. Hem moeten dwingen te praten. Moeten, moeten…  Het is allemaal haar schuld!

De volgende dag hoorden ze dat er zich een drama had afgespeeld op zijn school, een leerling had in het wilde weg op alles wat bewoog geschoten. Er waren talloze slachtoffers gevallen en wellicht ook hun zoon.  Zij en haar man hadden geprobeerd hem te bellen maar ze kregen alleen zijn voicemail.  Uren, zonder enige vorm van informatie kropen voorbij. Door een hel waren ze gegaan, tot er eindelijk aangebeld werd en er en aantal agenten voor de deur stonden. Terwijl ze de deur open deed had ze het geweten. Ze had het gevoel buiten zichzelf  te treden toen ze één van de agenten hoorde zeggen;

“Uw zoon is één van de slachtoffers mevrouw, maar dat is niet het enige. Zou U misschien eerst even willen gaan zitten?” In trance had ze aan zijn vraag gevolg gegeven… “Hij is niet alleen één van de slachtoffers, maar ook de dader. “ 

Sindsdien was alles in een stroomversnelling gegaan. De media viel over hen heen en maakte hun het normale leven onmogelijk. Mensen stonden snel klaar met hun oordeel; “slechte ouders, afstraffen “ Ze werden letterlijk aan de schandpaal genageld, konden zich nergens meer vertonen en moesten zelfs uit veiligheidsoverwegingen enige tijd onderduiken. Er was geen tijd om te rouwen vanwege hun verlies, ze moesten zich aan alle kanten zien te verdedigen. Haar man kon niet meer naar zijn werk, durfde de straat niet meer op, en ging er geestelijk aan onderdoor. Ze vonden geen troost bij elkaar, er was teveel verdriet en schaamte. en hun huwelijk liep stuk. Hoe kon hun zachtmoedige kind tot zoiets in staat zijn geweest? Antwoorden hadden ze nooit gekregen en zouden er waarschijnlijk ook nooit meer komen.


“Hoeveel ouders zijn er niet, die hun kinderen verwaarlozen of zelfs mishandelen. Vaak komen diezelfde kinderen toch nog goed terecht. Het lijkt niet eerlijk, want waar ligt het uiteindelijk aan? Aan de opvoeding? De genen? Kunnen kinderen zomaar ontsporen, ondanks al de liefde en aandacht die je ze als ouders geeft? Wat geef je aan je kinderen door, buiten normen en waarden en al je goede bedoelingen? Soms blijkt dat alles wat je ooit voor ze in gedachten had, niet meer dan één grote zeepbel…”
Hij was haar kind, hoe kan ze hem haten, dat mogen ze nooit van haar verlangen…

© Copyright Ingrid Punt september 2012

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten