Is het een voortvloeisel van onze huidige maatschappij?
Terecht staan we stil bij de slachtoffers,
maar hoe zit het met de nabestaanden van de dader?
Ontluistering
“Hoeveel
ouders zijn er niet, die hun kinderen verwaarlozen of zelfs mishandelen. Vaak
komen diezelfde kinderen toch nog goed terecht.Het lijkt niet eerlijk, want waar
ligt het uiteindelijk aan? Aan de opvoeding? De genen? Kunnen kinderen zomaar
ontsporen, ondanks al de liefde en aandacht die je ze als ouders geeft? Wat
geef je aan je kinderen door, buiten normen en waarden en al je goede
bedoelingen? Soms blijkt dat alles wat
je ooit voor ze in gedachten had, niet meer dan één grote zeepbel… “
De dreigbrief,
de zoveelste, voelt als lood in haar handen. “Dood moeten jullie, allebei.” Haar
ogen vullen zich met tranen zodat de rest van de letters met elkaar lijken te
versmelten. Maar zonder het te lezen weet ze wat er staat. De deurklink voelt koud
in haar hand. Ze aarzelt even eer ze zijn kamer binnenstapt. Bang voor de
gevoelens die zich als een lawine over haar uit zullen storten. Schaamte, teleurstelling,
wroeging, haat, liefde, woede, verdriet en angst. Allerlei heftige
tegenstrijdigheden passeren de revue. Ze verfrommelt de brief, waarna ze alles
van zich af huilt en schreeuwt. Vervolgens laat ze zich uitgeput op zijn bed vallen.
Daar zit ze, verdooft met haar handen slap in haar lege schoot. Niet alleen
haar eigen verlies maar ook de pijn van alle andere betrokkenen zeult ze met
zich mee. Ze heeft het écht wel geprobeerd want wat hij heeft gedaan is
verschrikkelijk. Maar ze kan hem niet haten,
dat mogen ze nooit van haar verlangen.
Ze denkt
terug aan de dag dat hij geboren werd. Het was een moeilijke en pijnlijke bevalling
geweest. Maar alle pijn en ellende waren snel verdwenen toen ze hem in haar
armen hadden gelegd. Dat kleine, rimpelige, hulpeloze roze wezentje met zijn
oogjes stijf dichtgeknepen. Hij had het op een brullen gezet, maar toen ze
zachtjes tegen hem begon te praten opende hij zijn oogjes en had haar intens verbaast
aangekeken. “Zo kleine man, ben je daar eindelijk?” Er was een blik van herkenning
geweest, aan beide kanten. In de wolken was ze, vanaf het eerste moment dat ze
hem in zijn ogen keek. Het was een gemakkelijk baby en vrolijke kleuter
geweest. Snel tevreden, en huilen deed hij zelden. Op school deed hij het erg
goed en de leerkrachten waren zeer tevreden over hem. Kortom, een
model-leerling.
Toch was
er bij haar een gevoel van onbehagen ontstaan. Ze kon haar vinger er niet op
leggen. Soms maakte hij een gesloten en eenzame indruk. Hij speelde het liefst
alleen, en zonderde zich vaak af. Volgens familie en vrienden was ze
overbezorgd. Je eerste en enige kind, logisch dat je als moeder al je
onzekerheden op dat kind projecteert. Maar het zat haar niet lekker. Ze nodigde
vaak kinderen uit om te komen spelen. Het resulteerde evenzo vaak in een
compleet fiasco. De kinderen speelden in de tuin, terwijl haar zoon schitterde
door afwezigheid. Later vond ze hem dan op zijn kamer, verdiept in zijn boek.
Dan keek hij haar aan met zijn grote dromerige ogen, “Ik heb geen zin in die
drukte ma.” Natuurlijk zag ze spoken,
hun zoon was gewoon erg op zichzelf. Op den duur had ze zich er bij neergelegd
dat haar kind een eenling was. Het was zijn natuur.
Voor
haar en haar man was hij een liefhebbende zoon. Voor zijn grootouders een
voorbeeldige kleinzoon en op school ontpopte hij zich tot een uitermate intelligente
leerling. Het was dan ook een logisch gevolg dat hij ging studeren, en op
kamers ging in de stad waar hij zijn studie volgde. Was hij eerst nog dolenthousiast
geweest, gaandeweg werd hij steeds stiller. Ze had geprobeerd er met hem over
te praten, maar hij wist haar telkens gerust te stellen. Er was niets aan de
hand. Ze slaat haar handen vertwijfeld voor haar gezicht en een droge snik
schiet uit haar keel omhoog. Zijn laatste telefoontje, zij, als moeder had
moeten weten dat er iets scheelde. Hij klonk zo mat, zo gelaten… alsof niets hem
meer interesseerde. Zij had maar door gerateld om de stilte te doorbreken en wéér
wist hij haar gerust te stellen. Ze had iets moeten doen, naar hem toe moeten
gaan, hem moeten troosten en niet meer uit het oog moeten verliezen. Hem moeten
dwingen te praten. Moeten, moeten… Het
is allemaal haar schuld!
De volgende
dag hoorden ze dat er zich een drama had afgespeeld op zijn school, een
leerling had in het wilde weg op alles wat bewoog geschoten. Er waren talloze slachtoffers gevallen en wellicht ook hun zoon. Zij en haar man hadden geprobeerd hem te
bellen maar ze kregen alleen zijn voicemail.
Uren, zonder enige vorm van informatie kropen voorbij. Door een hel
waren ze gegaan, tot er eindelijk aangebeld werd en er en aantal agenten voor
de deur stonden. Terwijl ze de deur open deed had ze het geweten. Ze had het gevoel
buiten zichzelf te treden toen ze één
van de agenten hoorde zeggen;
“Uw zoon
is één van de slachtoffers mevrouw, maar dat is niet het enige. Zou U misschien
eerst even willen gaan zitten?” In trance had ze aan zijn vraag gevolg gegeven…
“Hij is niet alleen één van de slachtoffers, maar ook de dader. “
Sindsdien
was alles in een stroomversnelling gegaan. De media viel over hen heen en
maakte hun het normale leven onmogelijk. Mensen stonden snel klaar met hun
oordeel; “slechte ouders, afstraffen “ Ze werden letterlijk aan de schandpaal
genageld, konden zich nergens meer vertonen en moesten zelfs uit
veiligheidsoverwegingen enige tijd onderduiken. Er was geen tijd om te rouwen
vanwege hun verlies, ze moesten zich aan alle kanten zien te verdedigen. Haar
man kon niet meer naar zijn werk, durfde de straat niet meer op, en ging er
geestelijk aan onderdoor. Ze vonden geen troost bij elkaar, er was teveel
verdriet en schaamte. en hun huwelijk liep stuk. Hoe kon hun zachtmoedige kind
tot zoiets in staat zijn geweest? Antwoorden hadden ze nooit gekregen en zouden
er waarschijnlijk ook nooit meer komen.
“Hoeveel
ouders zijn er niet, die hun kinderen verwaarlozen of zelfs mishandelen. Vaak komen
diezelfde kinderen toch nog goed terecht. Het lijkt niet eerlijk, want waar
ligt het uiteindelijk aan? Aan de opvoeding? De genen? Kunnen kinderen zomaar
ontsporen, ondanks al de liefde en aandacht die je ze als ouders geeft? Wat
geef je aan je kinderen door, buiten normen en waarden en al je goede
bedoelingen? Soms blijkt dat alles wat je ooit voor ze in gedachten had, niet
meer dan één grote zeepbel…”
Hij was
haar kind, hoe kan ze hem haten, dat mogen ze nooit van haar verlangen…
©
Copyright Ingrid Punt september 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten