Blogarchief

vrijdag 10 februari 2012

Naar de Filistijnen...


Albert Alexandre Paul Raffio
Samson and Delilah 1874


Naar de Filistijnen


Ruim vijf jaar waren ze nu samen en vanaf het moment dat ze hem zag staan was ze compleet verloren geweest. Eigenlijk was hij verre van bijzonder, niet bijzonder knap... eerder een beetje pokdalig en grof... Niet bijzonder atletisch... eerder een beetje klein en gedrongen. Hij moest het hebben van zijn babbels, zijn zelfverzekerdheid én zijn schitterende zwarte krullenkop –waar hij apetrots op was- en ze viel als een blok voor hem. Én... het was wederzijds. Ze konden samen lachen, huilen, praten, hadden behoorlijk wat raakvlakken en in bed was het ook niet vervelend. Ja hun relatie had behoorlijk wat potentie... op welk gebied dan ook. Nee, ze had het niet beter kunnen treffen...... dacht ze. Maar na een jaar of drie begon het gedonder al. De eerste scheurtjes melden zich aan. Zijn ijdelheid begon hem parten te spelen en niet alleen hem, zij werd stapelgek van zijn aandachttrekkerij. Altijd maar bevestiging willen hebben op zijn ”knappe” uiterlijk. En die bevestiging zocht hij niet alleen bij haar.

Artemisia Gentileschi (1593-1653)



Had ze in de eerste instantie zijn geflirt nog wel grappig gevonden, later had ze het min of meer door de vingers gezien. Maar nu irriteerde het haar mateloos. En ook al was ze verre van jaloers, zijn gedrag begon behoorlijk extreme vormen aan te nemen. Ze konden niet over straat lopen of het was raak. Zodra hij een vrouw in het vizier had haalde hij allerlei capriolen uit om de aandacht op zichzelf te vestigen. Fluiten, roepen, knipogen, terwijl zij nota bene pal naast hem liep. Ze ergerde zich dood als hij weer eens bijna zijn nek verdraaide en niet alleen zijn zwarte krullen maar ook zijn ego streelde door het object van zijn fantasie na te fluiten. En maar hopen op een reactie, die vaak ook volgde maar meestal in negatieve zin.


Gerard van Honthorst (1590-1656)


Een gevoel van plaatsvervangende schaamte maakte zich van haar meester en hoewel ze probeerde zijn zielige gedrag te negeren was het al menig maal tot een uitbarsting gekomen van haar kant. Ze kreeg een hekel aan zijn... en nu ook aan haar eigen gedrag. Hij dreef haar tot wanhoop. Tot ze hem een keer ’s avonds in de badkamer betrapte en zag hoe hij zijn zwarte krullen stond te verven. Hij had haar niet gezien en stilletjes had ze de badkamerdeur weer gesloten. ’t Moest toch écht niet gekker worden. Ze lachte stilletjes in haar vuistje... kon ze... zou ze... ja, ze kon én ze zou haar snode plannetje ten uitvoer brengen als hij nog één keer......

Anthony van Dyck (1599-1641) ~Samson and Delilah~


Lang hoefde ze niet te wachten want de volgende avond was het al raak. Op het verjaardagsfeestje van haar vriendin was hij weer aardig op dreef. Elke vrouw die binnen kwam werd door haar echtgenoot gekeurd en goed genoeg bevonden om lijdend voorwerp te zijn van zijn overdreven geflirt. Haar vriendin schoot haar aan in de keuken. “zeg, word je dat nou nooit eens zat, dat ziekelijke geflirt van hem? ” Ze haalde alleen glimlachend haar schouders op, de tijd was rijp. Haar plannetje zou een kortstondig effect hebben, maar wellicht nét lang genoeg duren om hem tot inkeer te brengen. De avond na het feestje sloot hij zichzelf weer op in de badkamer en zij wist inmiddels waarom. Met moeite wist ze de grimas van haar gezicht te weren toen hij eindelijk de badkamer uitkwam. De volgende morgen werd ze wakker van het hevige gevloek van haar man. “Wat is er schat?” riep ze richting badkamer terwijl ze zijn ravenzwarte krullen van zijn hoofdkussen veegde.

"De zwarte haarverf belande in de vuilnisbak, naast zijn grote ego en de lege verpakkingen van haar ontharingsmiddel."



© Copyright Ingrid Punt december 2012

~Samson and Deliliah~   

Alexandre Cabanel (1823-1889)

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten