Blogarchief

vrijdag 27 januari 2012

Spookrijder…



Gelukkig… aan de overkant van de straat brand nog licht. Hoe heeft ze kunnen denken dat ze het wel tot thuis zou redden. Ze heeft een hekel aan tankstations … vooral ’s avonds laat. Maar de laatste aantal kilometers was ze zielsgelukkig geweest als ze er een was tegengekomen. Met het zweet in beide handen heeft ze het tot aan dit dorp weten te redden totdat haar bolide er hortend en stotend de brui aangaf.

Daar zit ze dan, ze heeft twee opties. Bij iemand aanbellen en vragen of ze even mag bellen of lopend op zoek naar een tankstation… ze dacht het niet. De straten zijn hier niet al te best verlicht. Met een kritische blik keurt ze het huis aan de overkant. Zoals altijd laat ze haar gevoel en intuïtie meespreken. Het huis ziet er goed onderhouden uit, met aan weerszijden van de brede roodgeschilderde voordeur donkere marmeren plantenbakken met welig tierende klimop.


Een vriendelijk huis, althans, dat gevoel geeft het haar. Maar wat doorslaggevend is, er piept nog licht tussen de zware overgordijnen door. Ze waagt het erop.

Op de deurmat staat welkom… dat doet het altijd goed. Er is geen bel en ze kijkt twijfelend naar de zware koperen havikskop die dienst moet doen als deurklopper. Na twee keer geklopt te hebben gaat het ganglicht aan en hoort ze voetstappen haar richting uit komen. De deur gaat open en voor haar staat een lange man van een jaar of dertig. Hij oogt niet onvriendelijk als hij haar vragend aankijkt. ''Zeg het eens… wat kan ik voor je doen?''
''Ik wilde vragen of ik even bij u kon bellen, heel dom, maar ik sta zonder benzine en mijn mobiel heeft hier om de een of andere reden geen bereik.''
Hij knikt begrijpend en gaat haar voor de gang in, wat haar in de gelegenheid stelt om hem op veilige afstand wat beter te bekijken. Hij is behoorlijk groot… meer lang en mager, maar toch ook atletisch. Zijn donkere broek en sweater slobberen om zijn lichaam en hij loopt moeizaam, alsof zijn linkerbeen een eigen leven leid.

In de gezellige woonkamer is het behaaglijk warm en ze wrijft zich even in de handen. ''Hallo, ik ben Joe, ga even zitten, wil je misschien iets drinken voor de schrik'' Vraagt hij haar met een licht Amerikaans accent. ''Koffie, thee, een glas fris of iets sterkers?'' '' Een glaasje fris dan maar, als ik tenminste niet stoor'' en ze kijkt onderzoekend de kamer in. De tv staat aan met daarop het late nieuws. '' Nee hoor… je stoort niet.'' Hij loopt moeizaam de kamer uit om even later terug te komen met twee glazen Cola. ''Ik was toch nog niet van plan om naar bed te gaan, ik heb niet zo veel slaap nodig. En op tv is ook niets bijzonders'' zegt hij terwijl hij deze uitdrukt waarna hij zich in de stoel tegenover haar laat vallen.

''Zo … geen benzine meer, tja vrouwen…'' zegt hij schamper lachend. Dan valt haar het litteken op. Naast de linkerkant van zijn mond loopt een dikke rode kabel die tot boven zijn linkeroog door loopt. Hij ziet haar staren… ''Motorongeluk.'' ''Sorry …'' zegt ze. ''Het geeft niet, ik ben het gewend, laten we eerlijk zijn het is niet iets wat je snel over het hoofd ziet.''
Ze neemt snel een slok van haar cola als haar oog op een album valt dat op tafel ligt. Hij vangt haar blik, ''kijk gerust hoor als het je interesseert, het is mijn verzameling honkbalplaatjes. Als kind was ik al bezeten van honkbal en met veel moeite heb ik mijn album vol gekregen met alle bekende spelers uit die tijd. Later ben ikzelf ook gaan honkballen maar na mijn ongeluk zat dat er niet meer in.'' Hij kijkt ongelukkig naar zijn linkerbeen.

Ze pakt het album van tafel en slaat het open… allemaal foto’s van honkbalspelers, sommigen streng en ongemakkelijk poserend voor de camera… anderen vrolijk of geconcentreerd gefotografeerd tijdens hun spel… honkbal. Een ding hebben ze gemeen, ze dragen allemaal petjes met het embleem van hun club. Onder de plaatjes staan hun namen… George Herman Ruth Jr. - alias Babe Ruth- , Mickey Mantle, Joe Dimaggio, Tyrus Raymond alias -Ty Cobb- en Lou Gehrig. ''De beste honkman aller tijden en met een record aan grand slams'' vertrouwt Joe haar toe. Dat album heeft me wat gekost, vooral dat laatste plaatje.

''Sorry, maar ik heb er niet zo veel verstand van maar Lou Gehrig... daar heeft Mike het altijd over.''
''Wie is Mike?''
'' Oh, Mike is mijn neefje van twaalf en sinds een aantal jaren verslaafd aan honkbal… hij staat ermee op en hij gaat ermee naar bed. Als hij zou weten dat ik nu een album zit te bekijken met de beste spelers ooit dan zou hij stik jaloers op me zijn. Hij hoopt ooit net zo’n goede slagman te worden als Lou Gehrig. Hij zou een moord doen voor dit plaatje…
Was jij goed Joe?'' Durft ze hem te vragen.
''Ach, ik was geen topspeler maar het was mijn lust en mijn leven.''
Hij kijkt even twijfelend naar het album voor hij het van haar aanneemt en op een tafeltje naast hem neer legt. Boven het tafeltje hangt een foto van een jongetje met een te grote honkbalpet…''Je zoontje?'' vraagt ze hem aarzelend. Hij kijkt even afwezig naar de foto en zonder haar te antwoorden staat hij plotseling op….

''Oké… benzine, je hoeft niet te bellen, in de garage heb ik nog wel een jerrycan staan.'' Hij neemt haar mee naar de garage en daar ziet ze de motor in de beugels staan. ''Ja, hij heeft net zo een klap gehad als ik dus ik heb er nog wel even werk aan, ik wil je niet weg hebben hoor maar ik denk dat ik er nog maar even aan ga sleutelen. Hij kijkt even triest naar de motor alvorens hij een jerrycan oppakt en samen met haar naar de auto loopt. Hij vult de tank en ze vraagt hem wat hij van haar krijgt. ''Ben je mal, ik ben blij dat ik je kon helpen. Zorg nu maar dat je veilig thuis komt.''
''Bedankt Joe.'' Ze start de auto en rijd de stille donkere straat uit, ze kijkt nog even achterom maar Joe is in geen velden of wegen meer te zien en het huis staat er nu donker en verlaten bij.



De havikskop voelt sinds gisteravond vertrouwd als ze hem twee maal tegen de deur laat vallen. Ze wacht even maar er gebeurt niets. Nog maar eens proberen, ''jajaaa….'' Hoort ze een vrouwenstem roepen en even later gaat de deur open.Voor haar staat een oudere dame die verbaast naar de bloemen kijkt die ze in haar handen heeft. ''Bloemen voor mij?''
''Ik kom eigenlijk even langs om Joe te bedanken voor de hulp gisteravond.''
De lachende mond van de vrouw trekt samen tot een harde streep en haar ogen staan nu somber.''Wat is dit voor morbide grap?'' …'' Grap? Ik begrijp het niet, ik kom alleen maar even bedanken want zonder Joe’s hulp had ik niet geweten wat ik had moeten doen.'' De vrouw tegenover haar kijkt even vertwijfeld, ze kijkt nog even naar de bos bloemen alvorens ze haar uitnodigt om binnen te komen.

''Ik kwam alleen maar even deze bloemen afgeven …'' ze kijkt de kamer rond en vraagt ''is Joe er niet?''
''Nee meisje… Joe is er niet. Kijk, ik weet niet wie of wat je bedoelt en wat je nu eigenlijk komt doen maar Joe is er al een aantal jaren niet meer.''
''Maar ik was hier gisteravond, ik heb met hem gesproken en hij heeft mij aan benzine geholpen omdat ik zonder zat.''
''Luister... ik woon hier alleen en was gisteravond bij mijn zus dus jouw verhaal lijkt me erg onwaarschijnlijk.'' Ze kijkt naar de foto die boven het tafeltje hangt, ''wie is dat?'' De vrouw volgt haar blik, ''dat is Joe toen hij een jaar of acht was.'' Haar blik wordt zacht en haar ogen vochtig als ze vervolgd, ''hij was altijd al gek op honkbal. Na zijn twintigste verjaardag is hij naar Pittsburgh Pennsylvania vertrokken. Hij heeft daar bij zijn favoriete club kunnen spelen en heeft de tijd van zijn leven gehad. Drie jaar geleden kwam daar allemaal een eind aan, hij is verongelukt met zijn motor. Hij vloog uit de bocht, zijn helm vloog af en hij raakte een boom, hij was op slag dood.''
''O … Sorry, wat verschrikkelijk…'' geschrokken kijkt ze de vrouw aan. Dan ziet ze het album op het tafeltje… mag ik… ze slaat het open en kijkt net als gisteren naar de plaatjes van de spelers maar het plaatje van Lou Gehrig, is verdwenen.

De vrouw maakt van de gelegenheid gebruik om haar het leven van Joe in geuren en kleuren uit de doeken te doen. De lieve baby, zijn ondeugende jongensjaren, zijn pubertijd, de band tussen hen beide en vooral hoezeer zij haar zoon mist. Het ijs is nu gebroken en ze verteld de vrouw wat er gisteravond allemaal is gebeurt maar deze kijkt haar aan alsof ze niet goed bij haar hoofd is. Ze kan het zich toch niet allemaal verbeeld hebben…. Iemand moet een vreemde maar nare grap hebben uitgehaald. Na wat een eeuwigheid lijkt neemt ze afscheid van de vrouw. Ze geeft haar de bos bloemen en bied nogmaals haar excuses aan. ''Sorry mevrouw dat ik u zo heb laten schrikken.'' Deze knikt wat afwezig en loopt met haar mee naar de buitendeur. ''Ach, ik vond het eigenlijk wel fijn om weer eens met iemand over Joe te praten, het is alweer zo lang geleden.''

Buitengekomen blijkt het later dan ze had gedacht, de lantaarns zijn al aan. Dan hoort ze een motor de hoek omkomen en ze staart verblind door de koplamp naar de donkere figuur die er op zit. Hij neemt gas terug en stopt vlak naast haar. Zonder iets te zeggen haalt hij iets uit de zak van zijn leren jack en duwt het in haar hand. Ze probeert te achterhalen wat zijn helm verbergt maar net zo snel als hij de hoek omkwam zo snel is hij alweer uit het zicht verdwenen. Ze stapt snel in haar auto, knipt het licht aan en kijkt naar de schat die ze in haar handen heeft.

Ze ziet het gelukkige gezicht van Mike al voor zich als ze hem dit plaatje van Lou Gehrig geeft.

© Copyright Ingrid Punt oktober 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten